Er was eens een stam die bestond, naast een Canadese en Afrikaanse tak, uit een vijftal Nederlandse gezinnen, allen nazaten van de moeder der moeders: Moeke. Goede sociale invloeden, maar ook een gezonde sociale controle waren duidelijk herkenbare pijlers van deze stam.
Het eerste deelgezin, (Pabon) afstammelingen van de alchemisten (het gerucht gaat dat een van de voorouders van de mannelijke kant van dit gezin waarschijnlijk meegekomen is met de franse Hugenoten) hadden hun sporen verdiend met wetenschappelijke werkzaamheden. In dit gezin waren de kenmerken: het afwasritueel (van de al schone vaat werd het afwassop drievoudig afgespoeld), de niet te volgen discussies tussen vader en zoon over de chemische ontledingen van DNA en de E-stoffen en de zorgvuldige zorgzaamheid van de moeder en dochters van dit gezin. De moeder van dit gezin werd door een paar opgeschoten neven wel eens "suikertante" genoemd vanwege de zorgzaamheid en haar suikervrije snoepgoed en verwennerij.
Het tweede gezin (Prins) was een met name didactisch georiënteerd gezin. Het onderrichten van de medemens (er werd niet geschroomd om ook neven en nichten van de familie hierbij mee te nemen) stond hoog in het vaandel. Menig logerend nazaat heeft daar "eten wat de pot schaft" geleerd. De bezielende toespraken van het hoofd van dit gezin hebben zeker bijgedragen tot een goede vorming van menig familielid. Met blauw bloed werd nog al eens geschermd in de jonge jaren, door de kinderen van dit gezin, gezien de Koninklijke achternaam. Uit onbetrouwbare bronnen is recentelijk bekend geworden dat een in alle stilte voltooid stamboom onderzoek helaas niet meer heeft opgeleverd dan een voorvader uit de 17e eeuw die bij de Koninklijke LU chocoprinsen heeft verkocht. De moeder van dit gezin kenmerkte zich door een rechtlijnig en sociaal beleid.
Het derde gezin (Hellemans):
Hellebaarden, hellevegen maar soms ook hellehonden. De mannelijke tak van dit gezin kenmerkt zich door de ruwe bolster en de blanke pit (op wat oudere leeftijd veranderend in een kale pit). Deze tak van de familie stond bekend om hun zeldzame vraatzucht. Altijd goed voor het wegwerken van een kliekje. Jarenlang was er de vrees dat er vast niets terecht zou komen van deze eigenzinnige en luidruchtige neven. Die vrees was ongegrond want er is niets vasts van terechtgekomen. Op een enkeling na die tijdens een aquarelcursus niet doorhad dat hij z'n handtekening onder een huwelijks contract had gezet. De kleine nazaat van dit (overigens gelukkige) huwelijk breekt, geheel volgens familie traditie, alle vreet en groei statistieken.
De enige vrouwelijke persoon van dit gezin, de moeder, stond bekend om haar sociale en sportieve houding. Stil zitten was er niet bij. Het hardlopen achter haar kroost en het slaan met de 34 pollepels (ze braken nog wel eens) zijn een prima voorbereiding geweest voor haar huidige tennis carrière.
Het kleinste gezin (Reintjes) is komen overwaaien uit het buitenland. Na jaren in den vreemde toch weer terug naar de lage landen. De moeder van dit gezin stond bekend om haar vooruitstrevende opvattingen over levensstijl en houding. Haar brede kijk op zaken en haar diepere kijk op het leven waren een verrijking voor diegene die er oog voor had. Deze filosofische/ideologische kleur was een unieke binnen de familie.
Het laatste gezin (Das) is een gezin waar cultuur een groot goed is. Een goede discussie over maatschappelijke en culturele onderwerpen wordt nooit geschuwd. Bij de zoon van dit gezin kon je ook nog eens terecht voor een goede politieke discussie. Deze gezinsleden zijn o.a. verre nazaten van de familie Grootgrut maar toevalligerwijs ook van de Utrechtse tak van de Hellehonden. Hun burcht in Bilthoven is sinds jaar en dag de vaste verblijfplaats. Ook de vrouwelijke bewoners van deze burcht zijn geen uitzondering op een algemene karaktertrek van de stam, dat wil zeggen ook zij kenmerken zich door een goed ontwikkelt sociaal maar ook muzikaal gevoel. Het milieu bewuste denken en handelen in dit gezin was reeds ontwikkeld voor dat de eerste zeehond in de Waddenzee overleed door de vervuiling. De kritieke positie van hun naamgenoten in de natuur zal zeker een rol gespeeld hebben bij deze fundamentele overwegingen. Het is maar goed dat de vader van dit gezin nooit voorgedragen is als staatssecretaris, zijn ontelbare betaalde en onbetaalde nevenfuncties zouden hem zeker de kop hebben gekost.
Een maal per jaar was er een stambijeenkomst om de strategie van de stam door te praten. Bij deze bijeenkomsten stond een goed sociaal samenzijn centraal. Daarnaast was er gedurende de stambijeenkomst ook elk jaar een moment van rust waarbij alle stamoudsten vergaderden over de ontwikkeling van de stam.
Het was op een van deze stamvergaderingen in 1975 dat er gesignaleerd werd door de cultuuroudste dat de nazaten weerbaarder gemaakt moesten worden voor de buitenwereld. De ontwikkelingsfase van de nazaten met sport en spel, het maken van een film, het broodbakken en de kampvuurliederen hadden hun dienst bewezen maar zouden moeten worden opgevolgd door een nieuw vormingsprogramma. In dit nieuwe programma moest een confrontatie met de harde buitenwereld en een verdere verankering van de normen en waarden van de stam centraal komen te staan, aldus de cultuuroudste.
De cultuuroudste stelde voor om in navolging van de ervaringen vanuit z'n eigen familie gelederen een survival training te gaan opzetten. Trots vertelde hij hoe onder andere de weerbaarheid van z'n dochters was verhoogd door 's nachts weerbaarheidstrainingen te doen. Met stokjes werden slangen gesimuleerd onder het grondzeil en met oer- en bronsgeluiden werden beren nagebootst om te kunnen wennen aan deze wilde dieren.
De eerste reactie op het plan kwam van de stamoudste van de didactische tak. Deze stond bekend als een streng maar rechtvaardig en wijs man, waarin de loop der jaren een groot respect voor was ontstaan. Hij vond het een goed plan mits er maar voldoende lering uit de tocht kon worden getrokken door de deelnemers. Verankering van normen en waarden sprak hem zeer aan, zeker gezien twee recentelijke ervaringen met twee logerende nazaten van de andere familietakken. Het selectieve eetgedrag van een zoon van de Hellehonden met zijn selectieve communicatie hierover (het enige wat deze zoon zei: "hoeve niet") baarde hem zorgen. De tweede ervaring met een dochter van de culturele tak van de stam baarde hem nog meer zorgen. De cultuuroudste kon wel beweren dat hij de weerbaarheid van z'n dochters had verhoogd maar hij moest zich eens zorgen maken over het respect voor de ouderen bij een van z'n dochters! Hij vertelde dat hij wel bijna 15 minuten naast z'n eigen stoel had moeten staan voordat de dochter van de cultuuroudste door had dat zij niet op zijn stoel mocht zitten en deze moest verlaten. Zoiets moest toch niet mogen, een stamoudste had toch immers zijn eigen stoel, welk een respect!
De tweede reactie kwam van de stamoudste van de wetenschappelijke tak. Hij vond het een goed plan en gaf aan dat extra aandacht voor de natuur onderweg en een goede materiaalkennis goede onderbouw waren voor de wetenschappelijke ontwikkeling van de nazaten. Bij Multilever waren hier nog wel goede boeken over.
De stamoudste van de Hellehonden bracht het idee in om de deelnemers meer financiële kennis mee te geven door het spel monopolie elke avond te spelen tijdens de tocht. Een afkeurend gemompel was hierop te horen. De cultuuroudste verwoordde de grieven: "met het materialisme zouden de nazaten helaas vanzelf mee worden geconfronteerd in de buiten wereld, de luidruchtige ruzies en competitiedrang tussen de vijf zonen binnen deze tak van de familie over spelletjes en snoepgoed spraken boekdelen. Het spel monopolie was geen goed idee voor de sfeer van de groep". De vrouw van de didactische stamoudste bracht de oplossing: OP STAP was een leuk gezelschapsspel dat een goed en doordacht tijdverdrijf was voor de nazaten tijdens de tocht. Het was niet groter en zwaarder dan een spel kaarten. Het was een goede aanvulling op de ontwikkeling van de materiaalkennis en de tegenvallers onderweg (lek luchtbed, luchtbedhersteller ed.) en de natuur (boswachter mee, boswachter tegen, gesloten café, café open). In dit idee kon iedereen zich vinden.
De filosofisch/ideologische vrouwelijke stamoudste met veel Amerikaanse en Afrikaanse ervaring, vond het een "good idea and a splendit solution for the education of the kids". Misschien zouden de deelnemers ook tijdens de tocht tijd kunnen besteden aan hun geestelijke ontwikkeling door yoga en meditatie tijdens het zingen van protestliederen bij het kampvuur. Er was toch wel gedacht aan het meenemen van "vuurhoutjes" voor het aanmaken van het kampvuur? Deze tochten waren ook zeer goed voor de ontwikkeling van het zelfbewustzijn. Misschien kon op die manier zelfs een start gegeven worden aan een Europese "Woodstock" bijeenkomst, "that would be great!".
Het oorspronkelijke voorstel en de aanvullingen werden tijdens het nuttigen van de traditionele karretjescake besproken. Na rijp beraad werd het voorstel van de cultuuroudste goedgekeurd met de aanvullingen dat er een goede garantie gegeven moest worden voor:
* verdere uitbouw van de didactische vaardigheden, plichtbesef en respect voor de ouderen;
* verankering van de sociale normen en waarden van de stam;
* verhogen van de weerbaarheid van de buitenwereld, met name conflict-handling (met zorg werd nog vastgesteld dat de conflicten tussen de nazaten niet goed werden uitgesproken en dat dit te lang humeurige nazaten als gevolg had tijdens de stambijeenkomsten);
* uitbouw kennis en respect voor de natuur;
* opbouw toepassing van materialen en gereedschappen;
* goede degelijke locaties voor de overnachtingen en gezond eten en drinken tijdens de tocht.
Per 15 jaar zouden deze uitgangspunten worden geëvalueerd en gewogen door de stamoudsten. Afgesproken werd dat de cultuuroudste mee zou gaan als wakend oog. Verder werd gevraagd of de cultuuroudste wilde bewaken dat van elke tocht een verslaglegging gemaakt zou worden voor het nageslacht.
De 15 jaar waren verstreken en het jaar 1992 was aangebroken. De stamoudsten waren weer bijeengekomen en op de agenda stond de evaluatie van de survival tochten. Het was doodstil toen de cultuuroudste het woord vroeg om verslag te doen van de tochten. Het was een lang verhaal, hij vertelde over de natuur, de verschillende routes, eigenzinnige familieleden, de grootse kampvuren, de boswachters, de stinkwinden van de oudste hellehond, die ene vuurneef (hij vertelde erbij dat elke keer dat hij in de Vlaardingse of Utrechtse courant las dat er een brand was aangestoken, dat hij angstig naar de initialen keek van de dader), de muziekneef met z'n gitaar, de taartentocht, en het culinaire en sanitaire hoogtepunt aan het einde van die verwoestende 13e tocht.
Het onbegrip tijdens de 16e tocht van prins voetzoeker voor de tochtafsnijders. Menigmaal ging dit ten koste van de mooiste natuur routes en fabuleuze foto's. Het verhaal over de 16e tocht werd onderbroken door een diepe zucht van de cultuuroudste. (Het bleek dat de langste verslaggever van de 16e tocht nog steeds geen kopij had ingeleverd. Hij meende zich te herinneren dat hij deze neef al eerder een aanmaning had gezonden, echter zonder resultaat. Wat was het ook alweer, was die neef niet z'n aantekeningen kwijt geraakt of zo? Wat een eikel en dat geeft dagelijks op z'n werk adviezen aan mensen om een "back-up" van de gegevens te maken! ja, ja de schoenmakers hebben de slechtste zolen.....). Hij ronde de verslaglegging af door nog iets van de 13e en 14e tocht er aan toe te voegen (immers alle tochten leken toch op elkaar) en bracht, zonder dat het publiek het in de gaten had gehad, aan het eind van het betoog een toost uit op de familie.
Na het relaas van de cultuuroudste te hebben aangehoord gingen de stamoudsten in een wijs beraad. Tot diep in de nacht werd er gesproken over de ervaringen van de "survivaltochten" onder het genot van alcoholvrije algareintjes watervoezel, een bekend familie recept. Vele complimenten vielen de cultuuroudste ten deel gezien de bereikte resultaten. Bijna alle doelstellingen waren in hoofdlijnen gerealiseerd. Toch moest ook vastgesteld worden dat bepaalde niet voorziene invloeden haar intrede hadden gedaan in deze van opzet nobele tocht:
* Er waren klachten binnen gekomen van campingbazen over gederfde inkomsten door een toename van wildkamperen.
* Bij de AABB (Anti Alcohol Beweging van Boswachters) was een zorgwekkende stijging waargenomen van alcohol gebruik bij boswachters. Een intern onderzoeksrapport vermelde als mogelijke oorzaken van het hoge alcoholgebruik:
- omkoopschandalen met drank door wildkampeerders;
- frustratie bij fanatieke boswachters over een ongrijpbare "Grossfamilie".
* Verhoogd drankgebruik bij de deelnemers van de tochten. Men was zelfs ter ore gekomen dat bij een van de deelnemers (waarschijnlijk een van de hellehonden) het gewicht van de drank meer bedroeg dan de basisuitrusting in de rugzak. Als verzachtende omstandigheid werd opgevoerd dat er tevens 8 kilo worst was meegenomen voor "onderweg"?
* Ook bij de cultuuroudste moest worden geconstateerd dat er een verhoogde interesse naar zakflacons en kleine glaasjes was ontstaan in de loop der jaren. De cultuuroudste zelf had hier al meerdere keren, met een niet te onderdrukken glimlach, op gereageerd met de mededeling dat de tochten koud waren en de kelen gedesinfecteerd moesten worden bij gebrek aan schoon water.
Gezien de vele ervaringen werd er nog eens kritisch gekeken naar de huidige besluitvormingsprocedures tijdens de tochten, met name de besluitvorming rond de te volgen route, de af te leggen afstanden en de rustperiodes.
Geprezen werden de ontstane principes tijdens de tochten en deze werden nog eens herbevestigd om verslapping van de normen en waarden voor te zijn:
* Samen uit samen thuis van begin tot eind, tenzij fysieke of mentale omstandigheden tijdens de tocht anders doen besluiten.
* De sterken richten zich naar de zwakkeren.
* Elke tocht moet uitdagende maar realiseerbare doelstellingen hebben.
* Democratische besluitvorming en eensgezinde navolging van genomen besluiten, bij twijfel en onenigheid bemiddeld de cultuuroudste.
* Respect voor het individu ("elk individu heeft recht op z'n eigen afwijking"). Confrontatie hiermee en conflict-handling hierover bevorderen het zelfbeeld van het individu en versterkt de familieband.
Er werd geconstateerd dat uitpraten en neutraliseren van "woord tegen woord"-situaties nog wat extra aandacht verdiende. Gezien de ervaringen en de positieve resultaten tot zover werd besloten om de tocht te continueren. (Inmiddels hadden enkele deelnemers van het eerste uur, zelf nazaten gekregen, waarvoor deze educatieve tocht op termijn ook zinvol voor zou zijn. Deze nieuwe nazaten waren nog in de sport en spel fase met het broodbakken onder de hoede van de suikertante).
Aan de cultuuroudste werd gevraagd of hij bereid was om deze komende tochten weer te begeleiden voor een periode van 15 jaar. De cultuuroudste stemde na ampele overwegingen met het voorstel in en beloofde de eerstvolgende 15 jaar weer aanwezig te zijn. Middels reguliere verslaglegging zouden de collega stamoudsten op de hoogte worden gehouden.
Toen dit bekend werd gemaakt door de cultuuroudste aan de deelnemers van de tocht ging er een zucht van verlichting door de groep. Ze hadden gezamenlijk met spanning zitten wachten op de uitslag van het beraad, onder het genot van een walvispekel, een van de favoriete alcoholrijke drankjes tijdens de tocht. (Er werd in de groep namelijk getwijfeld of de cultuuroudste nog wel zou bijtekenen voor 15 jaar. Hij was al eens om onbegrijpelijke reden afgehaakt met een been van gips; een beetje fanaat loopt dan toch ook nog wel mee?)
De cultuuroudste genoot zichtbaar van de waardering en het feit dat het op prijs gesteld werd dat hij weer mee ging. Hij nam een slok uit een van z'n goedgevulde zakflacons als afsluiting van deze uitputtende nacht. Tijdens het overleg met z'n collega stamoudsten had hij de flacons maar dicht gehouden, er werd toch al genoeg geroddeld over z'n rode neus bij koude winter avonden.
Achter over zittend bij het houtvuur dacht hij nog bij zichzelf: het zou je toch gebeuren, je stopt eerder met werken om lid te kunnen worden van de Vaker Uitrukkende TrekTochters en je zou dan niet meer mee kunnen omdat de tochten worden opgeheven of omdat je niet meer mag bijtekenen? Gelukkig niets van dit alles: OP naar de volgende tocht, waar was prins voetzoeker (altijd in voor een beetje vuurwerk tijdens de tocht); dan kon vast de volgende tocht besproken worden…